Ik slaak een zucht van opluchting, nu januari bijna voorbij is. Gelegenheden waar het niet heel abnormaal is om bekenden tegen te komen hoef ik niet meer stealthy te benaderen: de tijd van de Verplichte Nieuwjaarswensen is voorbij! God zij, serieus, dank! Ik ben er tot nu toe niet in geslaagd de datum te onthouden, maar er schijnt een deadline te zijn waarna ‘Gelukkig Nieuwjaar hè!’ niet meer mag. Er zijn trouwens mensen die dan prompt triomfantelijk tegen je zeggen: ‘Nee! Mag niet meer!’ Deze gezelligerds proberen we voortaan sowieso te vermijden.

Toch zijn zij niet de reden voor mijn omtrekkende sociale bewegingen vlak na de jaarwisseling. Nee, het is al dat gezoen wat me tegenstaat. Niet alleen door de acuut oprukkende huidirritatie (die baardenhype van nu, echt niet te doen!), maar ook de klefheid die sommige mensen zich denken te kunnen permitteren. En het onhandige gestuntel: terwijl ik m’n hand uitsteek voor een beleefde begroeting begint de ander al naar me toe te buigen. Beginnen we op de linker of de rechterwang? Jouw links of mijn links? Waardoor onderweg, smack in the middle, een genante encounter plaatsvindt tussen neuzen, brillen, of erger nog, monden die echt niets met elkaar te maken zouden moeten hebben.

Omdat ook buiten hoogtijdagen begroetingen veel te lang duren, en ik het klakkeloze gezoen meer dan zat ben, ben ik voorstander van het 1-zoen-beleid. En dan alleen bij vrienden en echte leukerds. Het kan lastig zijn om, terwijl de koppen al naar elkaar toe bewegen, streng te roepen: eentje maar hè! Maar wat een tijdwinst. Zouden meer mensen moeten doen.