Ongeduldige mensen zijn heel vervelend. Ik weet dat, want ik ben er zelf één. Talloos zijn de momenten waarop ik mezelf tot een onverdraaglijk tempo opjut, 15 dingen tegelijk doe, niet 2 keer heen en weer wil lopen en dus toch maar alle boodschappen, en o ja, golftas, -schoenen, en -kar in 1 keer meeneem. Zodat ik onderweg dus vloekend drie keer moet stoppen om het her en der op straat vallende spul weer op te rapen. En meer tijd kwijt ben dan als ik even heen en weer… nou ja, vul maar in.
Ongeduld en winters weer: helemáál een vervelende combinatie. Want natúúrlijk kan ik na een ijzige nacht niet even wachten totdat de voorruit volledig is ontdooid. Bibberend (want de autoverwarming is ook nog niet wakker) en met ijskoude handen (want waar heb ik mijn handschoenen toch gelaten?) rij ik de straat uit, onderwijl door een veel te langzaam groter wordend streepje ijs- en condensvrij glas naar de weg turend. En de driftig heen en weer zwiepende ruitenwissers sorteren geen enkel effect, behalve dan een extra optrekkende waas door bevriezende ruitensproeivloeistof. Maar kijk: na 5 minuten is de wereld in volle glorie zichtbaar uit alle ramen van de auto. Die 5 minuten zou ik eigenlijk beter veilig voor de deur, stationair warm draaiend kunnen doorbrengen. Maar nee dus.

Denk niet dat het me koud laat, dit nare trekje. De angst dat mijn opheuende gedrag resulteert in een serieus ongeluk, of, minder dramatisch maar toch vervelend, in conflictsituaties met leuke mensen, is alom aanwezig. In directe nabijheid van andere personen verbijt ik mij dan ook regelmatig. Want dramatisch of vermoeid zuchten omdat het allemaal zo lang duurt, heeft vaak (en terecht!) een averechts effect. En deep down ben ik van het harmoniemodel. Dus probeer ik me uit alle macht te gedragen.

Natuurlijk weten genoeg mensen dat het allemaal snel moet gaan bij mij. Maar als ze me erop wijzen, doen ze dat goedmoedig opbeurend. Soms enigszins vertederd, alsof het toch een klein beetje leuk is, die ongeduldigheid van mij. En dan neem ik mij steeds weer voor er wat aan te doen. Want ik weet zeker: met een beetje meer kalmte gaat alles een stuk prettiger. Ook werk. En golf. Dus als je bij mij in de buurt bent en je hoort me tegen mezelf prevelen, dan ben ik mezelf tot de orde aan het roepen. Work in progress. Het wordt ooit beter. Hoop ik.